Willems (o.B.) – Startpag.

De oudste sporen van de familie zijn te vinden in de buurt van Holten (Ov.), bij Teuniz Gerrits die omstreeks 1700 geboren moet zijn. Zijn kleinzoon, Teuniz Willems Hillekes, krijgt met zijn vrouw Jenneken Derks Brilman 9 kinderen, waarvan 7 nageslacht krijgt. Hoe de achternamen zijn ontstaan is te lezen op de pagina van de oudste generaties en bij: “Wist je dat?”
De parenteel is onderverdeeld in:

Grootvader Gerrit Willems is geboren in Oude Wetering. Het spoor loopt vanaf Oude Wetering terug via Deventer en Holten naar De Borkeld naar de oudste voorvader, Teuniz Gerrits.  Grootvader Gerrit is een nakomeling van Derk Willems of Brilman, een kleinzoon van Teuniz Gerrits.
Wanneer ik aan mijn grootouders in Oude Wetering denk, zoals ik dat van bezoeken in mijn jeugd herinner, doemt steevast het liedje van Wim Sonneveld ‘het dorp’ op. In dit lied wordt heel Oude Wetering beschreven. Bij de woorden: “langs het tuinpad van mijn vader” zie ik het steegje tussen het huis van mijn grootouders en ‘buurvrouw Meijer’, het grindpad en de schuur, waar altijd veel geurend hout lag. Ik zie het huis, dat rook naar een eigenaardige mengeling van pruimtabak, koffie en soep, de voorkamer (de opkamer) waar je nooit in kwam en de smalle enge ladder naar de zolder. Daar stonden houten ledikanten, door grootvader zelf gemaakt, waar met witte gehaakte spreien op lagen. Wanneer ik aan Oude Wetering denk, dan zie ik de boten voorbij varen door de Wetering en wanneer de bus van Maarse & Kroon langskwam schudde het hele huis zó danig, dat de kopjes op de schoteltjes stonden te rammelen. Dát is voor mij Oude Wetering.

De pont over de Wetering vaart ook wanneer het gevroren heeft.