Terug

Parenteel van Heijmen Gorris

Tak Brand Heijmensz Visscher

1.2.1.1 Brand Heimensz Visscher, zoon van Heijmen Gorris (zie 1.2.1) en Aaltje (Aeltje) Brands (Brantsz). Hij is gedoopt op 12-07-1767 in Oosterwolde. Brand is overleden op 08-11-1850 in Elburg, 83 jaar oud.

Notitie bij Brand: Brand Heijmens neemt op 26 januari 1813 (akte 26a) de naam Visscher aan.
Brand komt uit een visschersgeslacht. ´t Is niet verwonderlijk dat hij deze naam aanneemt.


Bron: Museum Elburg. Bij een patroniem krijgen (in de regel) de kinderen de achternaam van de vader mee. In het gezin van Brand Heijmens en Teuntje Reijns wordt hier soms een uitzondering op gemaakt. De naam Heijmens (of varianten hierop) van vader Heijmens blijft gehandhaafd. Brand is een tweelingbroer van Gorris. Hij was visscher op de EB 40. Brand en Teuntje kochten het pand Ellestraat 14 in Elburg op 24 mei 1806. Tot 1839 blijft dit huis in bezit van de familie Visscher. Daar hadden zij een kruidenierswinkel, waar ook visserijbenodigdheden verkochten. Later komt dit pand in bezit van zijn zoon Dirk Visscher (1803). Tot 1920 blijft het in de familie. Daarnaast was Brand visser op de Zuiderzee. Brand heeft ook het beroep ´bootschuiver´ uitgeoefend. Een bootschuiver is te vergelijken met een loodsman, die grotere boten door de vaargeul vanaf de de Zuiderzee naar Elburg loodst. In 1825 woedde een stormvloed over Nederland en over de Zuiderzee. Onderzoeksjournalist Frits Stoffels heeft onderzoek gedaan naar deze gebeurteninssen. Onderstaand verslag heeft Frits ter beschikking gesteld. De ramp van 1825 begon op 2 februari. “In den avond van Woensdag den 2den Februarij 1825 verhief zich de wind uit het Z.W., waardoor het water reeds begon te rijzen”, aldus A.J. van der Aa in zijn Aardrijkskundig Woordenboek uit 1843. Ook Elburg maakt angstige uren door, maar komt uiteindelijk nog redelijk goed weg, vertelt Van der Aa: “De zware storm en voorbeeldelozen vloed, in Februarij 1825, dreigde ELBURG, even als hare omstreken, met eene geheele vernieling, en, hoewel de stad zelve, door kistingen aan de poorten, van overstrooming verschoond bleef, zoo waren reeds des middernachts, tusschen 3 en 4 Februarij, de buitenwaarden der stad van alle zijde overstroomd. De dijken onder de stad en verder aan weerszijde, leden buitengemeen veel. Bijna al het vee in deze gemeente verdronk; doch de menschen, die op hoogten en daken gevlugt waren, werden, door krachtdadige hulp, allen gered”. Het water had hoog gestaan, zo’n 3.25 meter boven N.A.P. En bij de kistdammen aan de stadspoorten mat men 1.50 meter. Een aantal Elburgse vissers, waaronder Brand Heijmens Visscher, zijn broer Gorris (1767) en zijn zoon Dirk (1803) zijn bleken ware helden en redden met eigen gevaar hun stadsgenoten. Dez namen zijn ontleend aan het Jaarverslag van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen van 9 augustus 1825: Aart Foppe [lees: Aart Foppen] uit Harderwijk, alle volgenden uit Elburg: Jan Hulst, Reindert van Ommen, Jan van Someren, Lammert van der Kamp, Hendrik Broekhuizen, Lubbert van den Berg, Menzo Bokhorst, Gerrit Hijmens Zwart, Dittemer Hijmens Zwart, Gerrit Ponstein, Lammert de Vries, Albert Dodevisch, Evert Windhouder, Jan Vinke Bz, Gorris Heijmens [Visscher], Gerrit Boerendans, Hendrik van Laar, Brand Hijmens Visser, Dirk Hijmens Visser, Jochem Zwart, Gerbreg Boerendans, Cornelis Militie, Andries Berends, Hendrik van Doesburg, Teunis van Welsem, Harmen Vierhouten, Dirk Balk, Jan Reijersen Zwart, Beert Ponstein, Koenraad Westerink, Jacob Westerink, Hendrik Deenekamp en Jan Pruis. In het heldenverslag van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen is te lezen: “Gedurende de even onvergetelijke, als noodlottige en jammervolle dagen van den 4den, 5den en 6den Februarij dezes Jaars, hebben bovenvermelde Personen zich, in de omstreken van Elburg, alleszins verdienstelijk en lofwaardig gedragen”. En het verslag vervolgt: “Reeds in den morgen van den eersten dezer dagen, begeven zich de zes eerstgenoemden [zie boven], geheel ongevergd, in eene kleine boot, van laatstgemelde stad; terwijl hunne stadgenooten, en onder deze vele bloedverwanten, met angst en verbazing hen op dezen gevaarlijken togt nastaren”. Zelf zijn ze geenszins bevreesd: “Met moed echter, en de uiterste inspanning, worstelen zij door de onstuimige baren, die al hooger en hooger gaan, bereiken eenige door uitgestokene noodseinen kenbare landmanswoningen, en zijn dadelijk onvermoeid ter redding vaardig. Mannen en vrouwen, stokouden en zuigelingen zien hen als bevrijdende engelen verschijnen, en zijn aan hunne gevaarvolle pogingen derzelver levensbehoud verschuldigd”. Na terugkeer in Elburg varen ze er al snel nogmaals op uit: “Met dit loffelijk bedrijf onledig, en op nieuws eenen togt wagende, ontmoeten zij de zeilschuit van VAN DEN BERG, met welke deze en eenige der volgende genoemden reeds in het doen van onderscheidene reddingen bezig waren. In deze schuit, als tot hun edel oogmerk beter dienende, stappen zij over, ten einde, met gemelden VAN DEN BERG (die zich bereids vrijwillig had aangeboden, om, zoodra zijne schuit zoude kunnen vlotten, ter hulpe te snellen), nogmaals te redden, wat hun mogelijk zoude zijn, en waarin zij ook, ten aanzien van een zeer groot aantal ongelukkigen, mogen slagen”. De ´reddende englen´ boden vervolgens onderdak aan de slachtoffers. De geredden krijgen in Elburg onderdak, en dan gaan de helden er ten derden male op uit: “Deze, niet zonder veel moeite en gevaar, uit derzelver wankele woningen, in veiligheid gebragt hebbende, beproeven zij, zonder bijna iets tot verkwikking te nemen en zonder aan vermoeijenis te denken, na slechts eenen korten tijd te besteden tot herstel van hun vaartuig, anderwerf verschillende even gevaarvollen togten ter redding of verpleging van hulpbehoevenden, of van hen, die zij bij vorrige togten hadden moeten achterlaten; welke edelmoedige pogingen zij alle met den besten uitslag hebben bekroond gezien”. Met dank aan Frits Stoffels, onderzoeksjournalist.
Brand trouwde, 25 jaar oud, op 18-11-1792 in Putten met Theunisje (Teuntje / Trientje) Rheijntsen (Reijns / Reins), 23 jaar oud. Het kerkelijk huwelijk vond plaats op 18-11-1792 in Putten. Teuntje / Trientje is een dochter van Reijnt Hendriksen en Aaltje Gerrits Kampveld. Zij is gedoopt op 04-11-1769 in Putten. Teuntje / Trientje is overleden op 13-03-1842 in Elburg, 72 jaar oud.
Kinderen van Brand en Teuntje / Trientje:
1 Steijntje Heijmens [1.2.1.1.1]. Zij is gedoopt op 05-05-1793 in Elburg.
2 Reijn Heijmens Visscher, gedoopt op 12-02-1795 in Elburg. Volgt 1.2.1.1.2.
3 Stijntje Heijmens Visscher, gedoopt op 18-12-1796 in Elburg. Volgt 1.2.1.1.3.
4 Heijmen Heijmens Visscher, geboren op 28-10-1798 in Elburg. Volgt 1.2.1.1.4.
5 Albert Heijmens [1.2.1.1.5], geboren op 01-05-1800 in Elburg.
6 Aaltje Visscher, gedoopt op 14-06-1801 in Elburg. Volgt 1.2.1.1.6.
7 Dirk Heijmens (Derk) Visscher, gedoopt op 11-09-1803 in Elburg. Volgt 1.2.1.1.7.
8 Beertje Heijmens (Bartje) Visscher, gedoopt op 17-11-1805 in Elburg. Volgt 1.2.1.1.8.
9 Teunis Visscher [1.2.1.1.9]. Hij is gedoopt op 08-11-1807 in Elburg. Teunis is overleden op 27-10-1858 in Elburg, 50 jaar oud.
Notitie bij Teunis: Teunis woonde in de Ellestraat 8 in Elburg. Dit werd de Eendenhoek genoemd.
Na de dood van moeder Teuntje Reijns woonde vader Brand in bij Teunis.
Teunis is ongehuwd gebleven.
10 Hendrika Heijmens [1.2.1.1.10]. Zij is gedoopt op 03-07-1810 in Elburg. Hendrika is overleden op 03-06-1812 in Elburg, 1 jaar oud.
11 Hendrica Visscher, geboren op 20-03-1814 in Elburg. Volgt 1.2.1.1.11.
1.2.1.1.8 Beertje Heijmens (Bartje) Visscher, dochter van Brand Heimensz Visscher (zie 1.2.1.1) en Theunisje (Teuntje / Trientje) Rheijntsen (Reijns / Reins). Zij is gedoopt op 17-11-1805 in Elburg. Bartje is overleden.
Notitie bij Bartje: Beertje en Cornelis vertrokken naar Amsterdam. In Amsterdam woonden aan de Schans en later aan de Buitensingel.
Bartje trouwde, 33 jaar oud, op 15-05-1839 in Amsterdam met Cornelis Brandt, 32 jaar oud. Cornelis is geboren op 03-10-1806 in Amsterdam, zoon van Cornelis Brandt en Anna Elders. Cornelis is overleden op 22-12-1882 in Amsterdam, 76 jaar oud.
1.2.1.1.11 Hendrica Visscher is geboren op 20-03-1814 in Elburg, dochter van Brand Heimensz Visscher (zie 1.2.1.1) en Theunisje (Teuntje / Trientje) Rheijntsen (Reijns / Reins). Hendrica is overleden op 22-02-1901 in Elburg, 86 jaar oud.
Notitie bij Hendrica: Jacobus en Hendrica woonden in het huisje aan de Ellestraat nr 14, het huis dat haar vader Brand in 1839 had gekocht.
Tot 1920 blijft dit huis in bezit van de familie Visscher.
Op 7 juni 1884 verkoopt Hendrica Visscher, weduwe Jacobus Ruijs, de zoon van haar broer Dirk (1803), Jacob Visscher (1853) het huis en erf voor F.1200-.
Bron: Streekarchivariaat

Sinds 1987 is het woonhuis een café geworden. (zie Jacob Visscher (1853 - 1912) - Johanna Hendrika Leusink).

Het echtpaar Ruijs - Visscher is -voor zover bekend - kinderloos gebleven.
Hendrica trouwde, 22 jaar oud, op 30-07-1836 in Elburg met Jacobus Ruijs, 26 jaar oud. Jacobus is een zoon van Johannes (Johannis) Ruijs en Gerrigje van Dijkhuijzen. Hij is gedoopt op 04-03-1810 in Elburg. Jacobus is overleden op 17-09-1875 in Kampen, 65 jaar oud.
Gegenereerd met Aldfaer-versie 7.2 op 28-05-2019 13:40:00